MARKETING H14

Published on Slideshow
Static slideshow
Download PDF version
Download PDF version
Embed video
Share video
Ask about this video

Scene 1 (0s)

[Virtual Presenter] The product mix of Marketing H14"" Goede middag iedereen! Vandaag staan we stil bij het productmix van Marketing H14. In deze presentatie gaan we kijken naar de verschillende eigenschappen die dit product aan de markt te bieden heeft. Laten we daar meteen mee beginnen..

Scene 2 (19s)

[Audio] "Het "productbeleid" gaat over hoe een bedrijf producten beheert. Bij het beleid krijgt men aandacht aan de fysieke producten, het assortiment, de merknaam, de verpakkingen, de service en de garanties die bij het product horen. Al deze elementen samen vormen de productmix waar een bedrijf normaliter voor kiest..

Scene 3 (40s)

[Audio] Bij het maken van een product beoordelen bedrijven welke mix van stoffelijke en niet-stoffelijke eigenschappen nodig is om aan de klantbehoeften te voldoen. Stoffelijke eigenschappen zijn bijvoorbeeld kleur, geur, smaak, terwijl niet-stoffelijke eigenschappen zoals merkwaarden, vertrouwen en kwaliteit omvatten. Met de juiste mix van stoffelijke en niet-stoffelijke eigenschappen kan een bedrijf een waardevol product maken dat aan de behoefte van de klant voldoet..

Scene 4 (1m 8s)

[Audio] Op deze slide tonen we aan dat productkenmerken en eigenschappen, die een gebruiker een bepaalde mate van tevredenheid geven, haar 'attributen' worden genoemd. Daarnaast zijn er ook de zogeheten 'functionele productwaarden', wat betreft de zichtbare en specifieke kenmerken van het product. Tot slot zijn er de 'emotionele productwaarden', wat subjectieve percepties of meningen zijn, ook wel het imago van het product..

Scene 5 (1m 35s)

[Audio] De productniveaus zoals geïdentificeerd door Leeflang, hebben betrekking op de verschillende manieren waarop een product in de markt kan worden verkocht. Het kernproduct staat in het midden; aanvullende eigenschappen zoals onderhouds- of service-eigenschappen kunnen aan het kernproduct worden toegevoegd om de consument te voorzien in behoeften. Verder kunnen er afgeleide eigenschappen als merkidentiteit, gebruiksgemak of beleving worden toegevoegd aan het totale product. Door middel van deze productniveaus te identificeren, kunnen we een langdurig voordeel uit het product halen - wat essentieel is voor elke marketingstrategie..

Scene 6 (2m 14s)

[Audio] Kotler's key-benefits-concept geeft ons een nuttig kader om onze producten te categoriseren in vijf lagen: de core benefit, het fundamentele product, het verwachte product, het aangevulde product en het potentiële product. De core benefit is de centrale betekenis van het product dat we aanbieden. Het basisproduct voorziet in de kernbehoeften van onze klanten en wordt gebruikt om ons te onderscheiden van onze concurrenten. Het verwachte product bestaat uit alle elementen die de klant van ons product verwacht en het aangevulde product omvat alle extra waarden die we bieden. Het potentiële product bevat alle ideeën die we hebben over toekomstige productverbeteringen..

Scene 7 (3m 0s)

[Audio] Er zijn in de marketingwereld verschillende manieren om producten in te delen. Sommige bedrijven verdelen hun producten op basis van ie, bestemming en duurzaamheid. Andere bedrijven hebben als verdelingscriterium de reactie op prijsveranderingen en de reactie op inkomensveranderingen. We gaan hieronder bespreken hoe je deze productgroepen kunt inzetten in jouw marketingstrategieën..

Scene 8 (3m 27s)

[Audio] Producten die wij aanbieden, kunnen geclassificeerd worden als zuiver tangible, zoals meubels, tassen en brood, of als zuiver intangible zoals diensten, arbeid en kundigheid of expertise. Maar vaak hebben we ook te maken met producten die zowel tangible als intangible kenmerken hebben. Zoals bijvoorbeeld een kapper die je knipt, een monteur die je auto repareert of een restaurant waar je naar toe gaat voor een maaltijd. In dat geval gaat het niet alleen om het fysieke of concrete product, maar ook om de ervaring die je krijgt, zoals de bediening en de inrichting van het restaurant..

Scene 9 (4m 4s)

[Audio] In deze slide worden de verschillende manieren waarop producten gepromoot kunnen worden, geïllustreerd. In de Business-to-Consumer markt is de directe afzet naar de consument met als voorbeeld koffie bij Starbucks. Bij de Business-to-Business markt vindt een afzet plaats naar een ander bedrijf, waarna dit bedrijf het product verwerkt en omzet naar een consumenten product. Ten slotte is er de Business-to-Business-to-Consumer markt waarbij de communicatie naar de consument verloopt via een tussenpersoon, zoals Douwe Egbers in dit geval..

Scene 10 (4m 37s)

[Audio] In de marketingwereld onderscheiden we producten in duurzame producten (Durables) en niet-duurzame producten (Fast Moving Consumer Goods/FMCG) . Durables zijn producten die lang meegaan, vaak meer dan een keer gebruikt worden en die essentieel zijn om te weten hoe lang de levensduur is en hoeveel mensen het product bezitten. FMCG's daarentegen, zijn producten die eenmalig of beperkt houdbaar zijn en waarbij de verbruiksintensiteit in combinatie met de mate van herhalingsaankoop cruciaal zijn voor het succes van het product..

Scene 11 (5m 11s)

[Audio] De prijs van babymelk veranderen heeft geen invloed op de verkoop van koffie. Productgroepen worden gedefinieerd door de relatie tussen de prijs van een product en de vraag ernaar. Substitutiegoederen, complementaire goederen en indifferente producten worden onderscheiden aan de hand van wat er gebeurt met de gevraagde hoeveelheid van een product wanneer de prijs van een ander product wijzigt. Bij substitutiegoederen stijgt de gevraagde hoeveelheid van het ene product als de prijs van het andere product toeneemt. Wanneer de prijs van koffie stijgt, stijgt ook de vraag naar thee, omdat het een goedkoper alternatief is. Bij complementaire goederen daalt de gevraagde hoeveelheid van het ene product als de prijs van het andere product toeneemt. Wanneer koffie duurder wordt, zal ook de verkoop van koffiefilters en koffiemelk afnemen, omdat koffie niet meer zo betaalbaar is. Bij indifferente producten verandert de gevraagde hoeveelheid van een product niet als de prijs van een ander product verandert. Als de prijs van babymelk stijgt, blijft de verkoop van koffie onveranderd..

Scene 12 (6m 20s)

[Audio] In de marketingwereld is het concept van inkomensverandering een van de belangrijke factoren. Inkomensverandering geeft aan hoe het inkomen van klanten hun uitgaven beïnvloedt. De meeste producten vallen in één van de drie categorieën: luxe, noodzakelijke of inferieure goederen. Luxe goederen zijn producten die iemand koopt als hij of zij meer geld heeft. Als het inkomen stijgt, zal de aankoop meer toenemen dan de procentuele inkomensstijging. Dit is het geval met bijvoorbeeld sieraden en vakanties. Noodzakelijke goederen zijn producten die veel mensen kopen, ongeacht hun inkomen. Als het inkomen stijgt, zal de aankoop minder toenemen dan de procentuele inkomensstijging. Elektriciteit en brood vallen bijvoorbeeld onder de categorie noodzakelijke goederen. Inferieure goederen zijn producten waar mensen voor zullen kiezen als ze meer geld hebben. Als het inkomen stijgt, zal de vraag naar deze producten dalen. Macaroni, vakanties in Nederland en nagellak van de Kruidvat zijn hier voorbeelden van. Het is daarom belangrijk om bij marketing rekening te houden met inkomensverandering en de invloed op het aankoopgedrag..

Scene 13 (7m 41s)

[Audio] Als we het hebben over consumptiegoederen, dan komen we drie soorten tegen: convenience goods, shopping goods en specialty goods. Convenience goods zijn producten met een lage waarde, die consumenten vaak, snel en zonder veel moeite willen kopen. Shopping goods zijn producten die worden afgezet in afweging van verschillende opties. Hierbij is het verschil tussen homogene (producten die identiek zijn, waarbij de laagste prijs het belangrijkste is) en heterogene goods (producten die verschillen in kwaliteit, vormgeving en specificaties) van belang. Vervolgens hebben we nog specialty goods. Dit zijn producten met een hoge betrokkenheid, waar een consument veel inspanning voor wil doen. Als laatste hebben we nog unsought goods. Dit zijn producten die de consument nog niet kent, of waarvan ze nog niet weten dat ze er behoefte naar hebben..

Scene 14 (8m 39s)

[Audio] Consumentenproducten kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: stapelgoederen, impulsgoederen en emergencygoederen. Stapelgoederen zijn producten die met een behoorlijke regelmaat worden gekocht, waarbij merktrouw een bepalende factor is, of het kopen van het goedkoopste product wanneer er geen verschil is, zoals bijvoorbeeld vuilniszakken. Impulsgoederen zijn producten die regelmatig maar alleen onder speciale omstandigheden worden gekocht en emergencygoederen zijn noodzakelijke producten die alleen gekocht worden als de behoefte urgent is. Bij deze producten speelt merktrouw en prijs minder een rol. Producten die onder deze categorieën vallen zijn gemakkelijk verkrijgbaar in verschillende kanalen en hebben een zwakke merkvoorkeur. Dit betekent dat consumenten gemakkelijk gestimuleerd kunnen worden door middel van reclame of acties. Daarnaast is de verpakking een belangrijk onderdeel van de marketingmix van deze producten..

Scene 15 (9m 39s)

[Audio] In deze presentatie hebben we de classificatie van consumentengoederen besproken. Het is afhankelijk van de verticaal bereidheid tot winkelen en van de horizontaal productvoorkeur. Convenience goederen hebben een lage bereidheid tot winkelen en unsought goederen hebben geen voorkeur. Aan de andere kant hebben shopping goederen een hoge bereidheid tot winkelen en specialty goederen hebben een sterke voorkeur..

Scene 16 (10m 6s)

[Audio] Bij het ontwikkelen van een productbeleid is het belangrijk om rekening te houden met de verschillende eigenschappen en functies van het product. Functionele waarden, zoals kwaliteit, prestaties, kosten en duurzaamheid spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast speelt ook emotionele waarden een rol. Hierbij gaat het om de betekenis, esthetiek en het gebruiksgemak. Wanneer het product instrumenteel is, worden de kenmerken en prestaties benadrukt. Bij expressieve producten staan persoonlijke waarden centraal. Het gaat om meer dan alleen de functionele voordelen; denk hierbij ook aan status, persoonlijkheid en sociale positie. Industriële producten vallen onder de groep materiële producten. Deze worden gebruikt om processen te verbeteren of de productiekracht te verhogen. Dank voor het luisteren..